114. De berk was vroeger onmisbaar
De berk is misschien wel onze meest opvallende inheemse boom, door zijn witte bast. Het is misschien ook wel de inheemse boom die zich het gemakkelijkst verspreid want erg kieskeurig over de standplaats is de boom niet. En het is de boom waar sommige mensen een vreselijke hekel aan hebben omdat ze er hooikoorts van krijgen. Maar dat zijn dan ook de enige mensen die zich druk maken over de berk. En terecht want de boom kan blijkbaar goed voor zichzelf zorgen en behalve dat de berk zeer decoratief heb je er eigenlijk niets aan. Dat laatste was wel eens anders.
Een echt berkenbosje; waarschijnlijk ooit aangeplant.
Onze berken
Eerst wat over de boom vanuit de botanische hoek. De berken horen bij de berkenfamilie, de Betulaceae, en alle berken hebben de Latijnse naam Betula. Bij de berkenfamilie horen ook nog els (Alnus), de haagbeuk (Carpinus) en volgens sommigen de hazelaar (Corylus) en hun familie leden.
In Nederland hebben we maar twee inheemse berken: de ruwe of gewone berk (Betula pendula) en de zachte berk (Betula pubescens) en die zijn soms al moeilijk uit elkaar te houden. Wereldwijd zijn er aanzienlijk meer maar hoeveel is niet duidelijk. De Duitse Wikipedia heeft het over 35 tot 100 soorten, de Engelse 30 tot 60 en de Franse en Nederlandse laten er zich niet over uit. De voornaamste reden is dat de berken gemakkelijk onderling kruisen en dat de kruising dan weer nauwelijks te onderscheiden is van de ouders.
Berken groeien op het hele noordelijk halfrond en tot in de zeer koude gebieden: de dwergberk is de enige inheemse 'boom' op bijvoorbeeld Groenland. De dwergberk lijkt meer op een kruipende struik dan een boom en wordt niet meer één meter hoog, maar het is de enige boom in die omgeving. In de laatste ijstijd groeide de dwergberk ook in ons land en er schijnen in Noord-Duitsland nog relicten te groeien in de moerassen.
Katjes van de berk in het voorjaar. De hangende katjes met mannelijke bloemen en de staande met vrouwelijke.
Onze berken werken nauw samen met schimmels in de grond. Waarschijnlijk doen bijna alle bomen dat, maar van heel veel soorten weten we het nog niet zeker. In ieder geval de berken werken samen met misschien wel onze populairste paddenstoel: de vliegenzwam (Amanita muscaria). Het schijnt een echte symbiose te zijn, waar dus beide baat bij hebben. Dit betekent overigens niet dat in het najaar bij iedere berk een vliegenzwam staat, maar wel dat als je vliegenzwammen zoekt, je bij de berken moet zijn.
Op het zand staan berken vaak op de hei. Daar hebben ze een helper voor nodig: de berkenboleet (Leccinum scabrum). Struikheide werkt namelijk samen met een schimmel waar de meeste Basidiomyceten niet van houden, behalve de berkenboleet. In de plantenwereld is het ondergronds al even hevig 'oorlog' als boven de grond. Maar ook de berken hebben niet alleen maar vrienden onder de schimmels. De heksenbezem, een dichte wirwar van takken en twijgjes, wordt veroorzaakt door een schimmel, maar de berk heeft er niet veel last van. Bij de berkenzwam (Piptoporus betulinus) ligt dat anders. Deze zwam groeit meestal op de stam van een berk die toch al niet in beste conditie is en dat is dan het einde van de berk.
De berkenzwam: als die verschijnt gaat de berk dood.
Onze berken bloeien in het voorjaar, zoals de mensen met hooikoorts weten, rond de tijd dat ook het blad uitloopt. De berk is dan ook vaak ook een symbool voor de lente: het frisse groen van het blad en het wit met zwart van de stam. De berken zijn eenhuizig en hebben dus mannelijke én vrouwelijke bloemen op één plant. De mannelijke bloemen vormen hangende gelige katjes die al voor de winter aan de uiteinden van de takken hangen. De vrouwelijke bloemen zijn er ook al voor de winter maar overwinteren meestal in de bladknop. In het voorjaar verschijnen ze als groene staande katjes vanuit een bladoksel en bloeien tegelijk met het verschijnen van het blad. In het najaar zijn de mannelijke katjes verdroogd en verdwenen, de vrouwelijke vormen een bruine 'sigaar' die uit elkaar valt als de zaadjes rijp zijn. De nootjes hebben twee vleugeltjes, de schutblaadjes hebben een min of meer driehoekige vorm en beide kunnen een flink eind vliegen.
Zaden van de berk: nootjes met twee doorzichtige vleugeltjes en de driehoekige schutblaadjes.
Gebruik van de berk
In de Noordelijke landen zijn de berken bijna heilige bomen. Op de eerste plaats natuurlijk om dat er relatief weinig loofbomen groeien en hoe noordelijker hoe minder. Maar daarnaast omdat de berk, zeker vroeger, een uiterst nuttige boom was. De meeste toepassingen van de berk hebben te maken met de bast. De kleur wijst er al op dat er iets bijzonders mee is. In principe is bouw van de berk niet veel anders dan die van andere bomen en dat betekent dat de stam vooral bestaat uit dode cellen: in de kern zitten lange dode cellen die voor het watertransport naar boven zorgen en aan de buitenkant zitten dode cellen van de schors voor bescherming tegen vraat en dergelijke. Tussen die twee zit een dunne laag levende cellen die zowel naar binnen als naar buiten nieuwe cellen vormt en zo zorgt voor de diktegroei van de boom. Bij bomen is de buitenste laag, de bast, meestal verhout en hard, alleen bij sommige jonge bomen is de bast nog enigszins flexibel.
Bij de berk verhard de bast meestal niet helemaal, maar er kunnen wel harde stukken in zitten. Misschien zijn dit oude verwondingen. De bast wordt niet alleen maar dikker maar vernieuwt ook: regelmatig vallen er 'vellen' af. Er zit dus duidelijk iets in berkenbast waar de meeste belagers niet van houden en dat heet betuline. Het gebruik van de berk door de mens speelt voor een groot deel rond deze bast met de betuline.
Mogelijke de eerste toepassing van de berk vonden onze voorouders al in het stenen tijdperk. Scherpe vuursteen is voor allerlei dingen handig maar om er bijl van te maken moet er een handvat aan. En op een houten pijl een scherpe stenen punt is een duidelijke verbetering. Maar hoe maak je een steen vast aan een stuk hout? Onze steentijd voorouders gebruikten hars die ze stookten uit de bast van de berk! Ötzi, de steentijd man die in een gletsjer in Oostenrijk is gevonden, had dit soort gereedschap bij zich! Die hars maken is niet eenvoudig want je moet de hars zonder zuurstof verhitten! We weten niet precies hoe de Neanderthalers en hun tijdgenoten dit deden, maar het lukte ze wel.
Misschien hadden ze toen al eerder ontdekt dat het sap van de berk, vooral in het voorjaar, veel suiker bevat en dus zoet smaakt én voedzaam is. Zelfs het blad van de berken schijnt eetbaar te zijn voor mensen, zeer ongebruikelijk.
Later is men de berkenbast voor allerlei zaken gaan gebruiken. Het blijkt dat de bast vrij eenvoudig van de stam te halen is: met een horizontale snede en een verticale kun je een hoekje losmaken en dan kun je trek je simpel een lapje los van ongeveer een halve centimeter dik. De binnenkant is roodachtig en het geheel voelt wat leerachtig aan. Als je de bast voorzichtig van de boom haalt zodat de laag levende cellen onder de bast niet teveel beschadigen, gaat de boom zelfs niet dood! Maar je schijnt maar één keer bast te kunnen oogsten.
Bij een afgezaagde berkenstam heb ik een stukje bast los gemaakt.
Dit is het systeem dat de Indianen gebruikten om kano's te bouwen. De berkenbast is waterdicht en dank de olieachtige betuline goed rot bestendig. De Indianen trokken lange repen van de papierberk (Betula papyrifera), de lokale berk in Amerika. Deze berken hebben veel minder harde, donkere plekken dan de Europese berken en ze konden er veel grotere lappen vanaf trekken. Die lappen naaiden ze aan elkaar met jonge wortels van de spar. De bast werd met de witte kant aan de binnenkant voor de kano gebruikt en de naden werden gedicht met hars van de spar! Wij kennen de papierberk alleen als boom in de siertuin.
Onze Europese voorouders zagen de bijzondere eigenschappen van de bast ook, maar ze kwamen niet verder dan er dozen en schoenen van te maken. Wel gebruikten ze de witte bast om er met een mes in te schrijven! Waarschijnlijk werd dit al bij het begin van onze jaartelling gedaan in Afghanistan, maar de meeste voorbeelden komen uit de Middeleeuwen in Rusland en omgeving.
Berkenbast met spellingslessen en een tekeningen van een Russische jongen die Onfim heette, ca. 1250.
Tegenwoordig wordt de berk meestal met rust gelaten. De laatste, maar zeer spectaculaire aanslag op de boom, was het bouwen van de grootste vliegboot ter wereld aan het einde van de Tweede Wereldoorlog. Bij gebrek aan aluminium werd het H-4 Hercules transport vliegtuig door de Amerikanen gebouwd van berkenhout! De H-4 had acht motoren en een spanwijdte van bijna 100 m! Het vliegtuig heeft maar één korte proefvlucht gemaakt omdat de oorlog afgelopen was.
Wat is er nog over van al die toepassingen: berken haarwater. In mijn jeugd had de kapper het te koop tegen roos en haar uitval en het bestaat nog steeds!
Late middag in de herfst. De maan is al op en de lage zon kleurt de kale berken rood.
Jan van Dingenen - 2018
Naschrift 1
Dit artikel is deel een serie waarbij de lezers van De Natuurgids een wilde, inheemse plant mochten kiezen en ik zou dan proberen daar een artikel over te schrijven. Onderstaand de artikelen in deze serie die nu op deze site staan.
- 107. Grondster: plant zonder vaste verblijfplaats
- 108. Wolfskers: mooi, beetje eng en zeer giftig
- 110. Goudveil, bescheiden maar kieskeurig
- 111. Moesdistel, een vriendelijke distel
- 112. Wolfsklauw heeft vreemde gewoonten